Help, mijn diabeten raken op!
De meeste gezondheidsprofessionals tonen zich zeer bezorgd over de almaar groeiende groep van mensen met diabetes. Terecht dat het veel aandacht krijgt. En tegelijk onverkwikkelijk dat ondanks de vele inspanningen in tijd en geld de afgelopen decennia het probleem alleen maar groter is geworden. Hoe verfrissend is het dan om iemand te spreken die de zaak wél heeft weten te kantelen, door een combinatie van inzicht, eigenzinnigheid en een voortdurend en precies zoeken in de praktijk naar wat werkt bij de een, en wat werkt bij de ander. Diëtiste Connie Hoek, die aan de basis stond van het succesvolle programma keerdiabetes2om, heeft te maken met een heel ander probleem: haar diabeten raken op! Dat is nog eens andere koek. Lees hieronder hoe zij en haar collega’s in Zuid-Holland de zaak aanpakken.
“Het beroep van diëtist is een mooie en dankbare baan. Praten over lekker eten en daarmee ook nog mensen helpen hun gezondheid te verbeteren, mooier kan het toch niet zou je zeggen. Maar als ik eerlijk ben, baalde ik vroeger met regelmaat van het werk. In ons vak heerste namelijk de opvatting dat mensen met type II diabetes en overgewicht ‘gewoon’ minder kilocalorieën moesten eten en meer moesten gaan bewegen. Daarbij gebruikten we de ‘magere’ versie van de Schijf van 5 als basis voor het advies. Kortom: ‘Let op vet’! Vet bevat tenslotte meer dan twee keer zoveel energie per gram dan koolhydraten of eiwitten. Dat klinkt als een simpel en haalbaar plan, maar op de lange termijn werkt het helaas niet zo, anders zaten we nu na 35 jaar ‘mager’ advies natuurlijk niet met een wereldwijde epidemie aan diabetes type II. Het menselijk lichaam is namelijk intelligent en past zich razend snel aan op nieuwe omstandigheden. Bij ‘minder eten/meer bewegen’ komen allerlei processen op gang die de verbrandingssnelheid vertragen en de eetlust verhogen. En ja hoor, daar kan je als mens best een week of drie tegenop, maar daarna val je automatisch weer terug in de ‘uitgangsstand’ en hup de kilo’s vliegen er weer aan (plus nog een kilootje extra, voor slechte tijden). In onze praktijken in en rondom Ter Aar vertellen we daarom een ander verhaal. Dat verhaal gaat erover dat je lichaam op bewerkte koolhydraatrijke producten heel anders reageert dan op ‘normaal’ voedsel, en dat je alleen al daardoor in de loop van de tijd stiekem zomaar elk jaar één tot anderhalve kilo aankomt. Diabetes type II krijg je namelijk niet van vandaag op gisteren, dat proces duurt 10-20 jaar. Niet minder eten, alleen anders eten dus.
Hoe doen we dat? De huisarts, praktijkverpleegkundige én de diëtist praten allemaal over ‘anders eten bij diabetes’. We spiegelen mensen daarbij een energieke en rooskleurige toekomst voor. Zoals een tijdje geleden bij een vrachtwagenchauffeur die net met pensioen was gegaan. Hij was al jaren te zwaar en kreeg steeds meer symptomen van metabole ontregeling: een toenemende buikomvang, een dalende HDL-cholesterol waarde en waarden voor triglyceriden, bloeddruk en nuchtere glucose die stegen boven de normale getallen. We weten dat als iemand drie of meer van deze symptomen heeft, grote gezondheidsproblemen niet ver weg zijn. Daarbij was deze meneer futloos, voelde zich een oude man en hij snapte het gewoon niet, zoveel at hij echt niet en toch groeide zijn buik maar door. Aan de slag met anders eten dus. In een rustig tempo viel meneer tot nu toe 27 kg af, maar wat nog veel belangrijker is, zijn taille omvang zakte van 129 naar 104 cm tot nu toe. Zijn HDL-cholesterol, bloeddruk, nuchtere bloedglucose en triglyceriden normaliseerden. Als je zijn vrouw mag geloven (die hem van harte steunt in zijn nieuwe voedingspatroon) heeft ze een hele andere man en opa thuis gekregen. Ze ondernemen nu veel activiteiten samen en beleven met recht de ‘gouden jaren’.
Wat er aan de hand is, blijkt dus een fysiologisch probleem, geen discipline probleem. Daarom is de oplossing ook fysiologisch, met discipline heeft het niets te maken, al moet je wel slim blijven kiezen. Wat raden we bijvoorbeeld af: grote hoeveelheden boterhammen met zoet beleg, ontbijtkoeken, snackrepen, zoete drankjes, borden pasta, aardappelen, rijst en Japanse zoutjes (met bijna 80% suikers). Het is het ‘Nasi effect’, eerst zit je propvol, maar een half uurtje later denk je alweer aan een dessert. Door niet minder maar anders te gaan eten remt de eetlust enorm af en voelen mensen zich tijdens het afvallen energiek. Als vanzelf krijgen ze weer zin om te bewegen, ze gaan een stukje te fietsen of gaan plots de zolder verbouwen waar ze al jaren tegenop zien, enzovoort. Vaak zijn mensen er zelf verbaasd over, maar als het lichaam eindelijk weer bereid is de opgeslagen energie vrij te laten komen, dan voelt dat gewoon héél goed. Er is werkelijk geen diabetes pil die dat voor je doet! Lukt dit plan nou altijd met iedereen in één keer? Nee natuurlijk niet, soms gooit het leven roet in het eten, kampen mensen bijvoorbeeld met verliezen in hun leven of zoveel stress dat ze terug grijpen naar oude gewoonten. Daarbij is het aanbod aan bewerkt voedsel natuurlijk gigantisch, je moet echt wel blijven opletten. Maar de aanhouder wint, mensen weten dat ze bij ons terecht kunnen voor een consistent verhaal en positieve ondersteuning zodat ze op een later moment hun zelfregie weer kunnen aanscherpen.
We zijn heel blij met de positieve gezondheidsboodschap die we nu uit kunnen zenden, maar één nadeel is er wel voor ons als diëtisten, onze diabeten raken zo langzamerhand op Gooien wij onze eigen glazen door het juiste te doen? Ik denk het niet. We moeten naar een nieuwe manier van samenwerken tussen diëtisten, huisartsen, voedselproducten én patiënten, zodat we een economie van gezondheid gaan opbouwen. Wie doet er mee?