Op de bres voor passende dieetpreparaten
‘Dieetpreparaten en voeding’, het is al een aantal jaren een moeizame verhouding tussen de noodzakelijke gebruikers van dieetpreparaten en sommige zorgverzekeraars. Dieetpreparaten worden door uiteenlopende patiëntengroepen gebruikt, bijvoorbeeld door patiënten met kanker of door ouderen om ondervoeding te voorkomen. We bedoelen dan de speciaal geprepareerde en met vitaminen, mineralen en eiwitten enzovoort volgepakte pakjes en drankjes, die sommige patiënten nu eenmaal moeten nuttigen, omdat gewoon voedsel niet gaat. Vanwege de smaak (lees eigenlijk: het gebrek aan smaak) en de consistentie (lees: stevigheid) van de producten, zijn dieet-preparaten moeilijk vol te houden voor patiënten. Het is daarom vrij essentieel om precies dat dieetpreparaat te kunnen gebruiken waarmee de patiënt, op alle fronten, goed kan uitkomen en lange tijd kan volhouden te gebruiken. Net zoals bij vers voedsel geldt: goede voeding is voeding die is afgestemd op het individu.
Wat is het geval? Zowel het ministerie van VWS als zorgverzekeraar VGZ proberen de keuzevrijheid van patiënten voor dieetpreparaten aan banden te leggen, uit kostenoverwegingen. Daartegen is een aantal organisaties, waaronder Platform Patiënt en Voeding, in het geweer gekomen. Lees hieronder meer, en sluit je aan bij de voorgestelde actie.
Zorgverzekeraars en eigen risico
Het gebruik van medisch voorgeschreven dieetpreparaten valt onder het eigen risico. De laatste jaren probeert zorgverzekeraar VGZ met de daaronder hangende merken – net als bij generieke geneesmiddelen – patiënten dieetpreparaten te laten gebruiken van leveranciers waarbij de zorgverzekeraar goedkoper inkoopt (voorkeursbeleid). Hoeveel goedkoper weet niemand, omdat dat niet bekend gemaakt wordt. Omdat de vergoedingsprijs van dieetpreparaten door zorgverzekeraars bij vrijwel alle leveranciers op hetzelfde niveau zit, komt het mogelijke voordeel voor VGZ vooral uit speciale en dus meestal geheime prijsafspraken bij de inkoop. Bij gebruik van dieetpreparaten van de door VGZ gekozen leverancier, werden deze dieetpreparaten door de betreffende zorgverzekeraar geheel vrijgesteld van het eigen risico. Met dit mogelijke gunstiger voordeel, probeert de zorgverzekeraar de betreffende patiënten te verleiden voor de producten van de door hen gekozen leverancier te kiezen. In de praktijk worden de gebruikers niet betrokken bij de keuze van de zorgverzekeraar voor een bepaalde leverancier. Voor de meeste gebruikers van dieetpreparaten heeft het sturen op het eigen risico waarschijnlijk ook geen effect, omdat het daaronder liggende ziektebeeld vrijwel altijd al leidt tot het volledig gebruiken van het eigen risico.
Niet alle gebruikers van dieetpreparaten en de daarbij behorende patiëntenorganisaties waren blij met het voeren van een voorkeursbeleid door VGZ en dat is de reden dat een aantal patiëntenorganisaties tot aan de Hoge Raad hierover heeft geprocedeerd en ook in het gelijk is gesteld. Met als voornaamste argument dat bij dieetpreparaten de voorkeur van de individuele patiënt sterk van invloed is op de mate waarin de patiënt het product verdraagt. Deze voorkeur is sterk individueel bepaald, wat de ene patiënt verdraagt en naar binnen krijgt hoeft niet voor een andere patiënt te gelden.
Therapietrouw
Therapietrouw is bij het gebruik van dieetpreparaten van groot belang en tegelijkertijd, vanwege de smaak (lees eigenlijk: het gebrek aan smaak) en de consistentie (lees: stevigheid) van de producten, moeilijk vol te houden voor patiënten. Het is daarom vrij essentieel om precies dat dieetpreparaat te kunnen gebruiken waarmee de patiënt, op alle fronten, goed kan uitkomen en langdurig therapietrouw is. Bij het voorschrijven van dieetpreparaten zal de behandelaar- de arts of de diëtist- rekening houden met de factoren, die van belang zijn bij de desbetreffende patiënt. Denk bij de keuze van het dieetpreparaat dan aan de micro-en macronutriëntensamenstelling van het preparaat, de consistentie, de smaak en de mogelijkheden van toedienen.
Hoge Raad en VWS
Ondanks de gewonnen rechtszaak bij de Hoge Raad, buigt het ministerie van VWS zich op dit moment opnieuw over het voorstel van een verschillend eigen risico en het kan zijn dat VWS met een voorstel komt dat de keuzevrijheid van de desbetreffende patiënten wederom in gevaar brengt. In verband hiermee hebben een aantal partijen, namelijk de Nederlandse Vereniging van Diëtisten, de Crohn en Colitis Ulcera Vereniging Nederland en het Platform Patiënt en Voeding bij brief van 5 april 2016 aan het ministerie van VWS hun standpunt in deze zaak uiteengezet.
Het Platform Patiënt en Voeding wacht op dit moment het uiteindelijke voorstel van VWS af en roept zoveel mogelijk patiëntenorganisaties op het initiatief van de drie hiervoor genoemde organisaties te steunen. Die steun kan verleend worden door een eventuele vervolgbrief aan VWS over een vrije keuze van dieetpreparaten te steunen door zo’n brief mede te ondertekenen.
Geïnteresseerd om deel te nemen aan zo’n steunbetuiging? Neem contact op Cees Smit via info@smitvisch.nl